
Achtergrond en geschiedenis van narcissen
Share
Narcissen, behorend tot het geslacht Narcissus, hebben een rijke geschiedenis die duizenden jaren teruggaat. Oorspronkelijk afkomstig uit Zuidwest-Europa en Noord-Afrika, hebben narcissen hun weg gevonden naar tuinen over de hele wereld. Ze staan symbool voor wedergeboorte en een nieuw begin, wat perfect past bij hun vroege lentebloei.
De naam “narcis” is afgeleid van het Griekse woord “narke,” wat “verdoving” betekent, waarschijnlijk verwijzend naar de geur van sommige soorten. Volgens de Griekse mythologie is de narcis vernoemd naar de knappe jongeling Narcissus, die verliefd werd op zijn eigen spiegelbeeld.
Er zijn tegenwoordig honderden soorten narcissen in verschillende kleuren en vormen, van klassieke gele bloemen tot wit, oranje en zelfs roze tinten. Populaire varianten zoals de Narcissus pseudonarcissus (wilde narcis) en de Narcissus papyraceus (papierwitte narcis) worden vaak in tuinen en parken gezien.
Narcissen zijn meer dan alleen bloemen – ze zijn een symbool van hoop en optimisme. Ze maken niet alleen de tuin levendig, maar brengen ook vreugde en een belofte van warmer weer. Geen enkele lentetuin is compleet zonder deze stralende bloembollen.